Oh. Zie ik zomaar dat in Europees verband ‘resilience’ kennelijk behoort te worden vertaald met het verzonnen woord ‘weer-baar-heid’.
Een woord dat uitgaat van (agressief-? nee juist niet)passiviteit;
‘weer’, als in: afweer, een beetje bang terugdeinzend in freeze [of zelfs flight is reeds omdraaiende om hard weg te rennen], niets van doen hebbende met fight;
‘baarheid’ — dubbelop. Zoiets als compliancy in plaats van -ce. Hypercorrectie.
-baar betekent dat een ander er iets mee kan, als in houdbaar, ‘kan worden ge-‘. Een auto is rembaar als er remmen op zitten. Weer-baar, als verdedig-baar?
-heid betekent dat het een zekere mate betreft; uiterst kwalitatief en subjectief. De mate van ‘rembaar’, de kwaliteit van de remmen (bij bedoelde en onbedoelde gebruikssnelheden van de auto), zwak- tot on-bepaald.
Weerbaarheid is dus equivalent met (af)weergeschiktheid, geschikt tot het door een ander laten afweren van iets. Rembaarheid van een auto – iemand kan (de auto) remmen, in onbepaalde mate; eigenschap van de auto, bij geen gebruik aanwezig doch ballast. Iets of iemand anders remt.
Dat lijkt me niet de bedoeling: Weerbaar is iedereen, als de Overheid het weren op het juiste moment maar oppakt, wij zijn daar klaar voor! Zelf hoeven we dus niks te kunnen.
Of wordt bedoeld: Geschikt om te worden (af)geweerd? Wie weert dan wat, en waarom? Is een aanvaller weerbaar omdat die zwakheden heeft die afweer mogelijk maken?
Weerbaarheid, laten we dat dus gewoon de zwaktes en OPSEC-foutjes van de aanvaller mee aanduiden.
Bovendien blijkt er uit de term niks van tolereerbare schade laat staan herstel tot de oude situatie of beter, integendeel; zwijgen over schadeherstel is tell-tale. Hooguit ‘remmende terugtrekking’ dus; we blijven in het lelijke, het negatieve hangen.
Wat waarschijnlijk was bedoeld, maar om onduidelijke reden bij de vertaler onbekend was, is de al eeuwen bekende term ‘veerkracht’; oorspronkelijk bedoeld voor veren — voor (in)drukkrachtdemping en -ongedaanmaking, niet voor overzetten hoewel etymologisch waarschijnlijk (dunnetjes) nog hangende aan een draadje ‘vogelpen’?
Waarom die ‘oude’ (quod non) term niet gebruikt, als gewoon Nederlands? Bang voor iets sterks, of gebrekkige taalbeheersing? Veer — als er iets indrukt, geven we stoïcijns-vrolijk mee, steeds steviger tegengas gevend tegen de ongewenste invloed;
kracht — met positieve connotaties, die uit onszelf komt. En zeker tot volledig herstel bedoeld is te komen, zelfs ‘antifragility‘ toelaat.
Dan hebben velen meer er ten minste zin in …